Remco de Winter uit Leiden is psychiater bij Parnassia Groep, hij rijdt op 8 september met Shrinks on Bikes een motortocht voor de Socialrun en schreef een blog over zijn liefde voor de Norton.
Het is 1975, ik ben een 8 jarig jongetje met sproeten en woon in een 50’er jaren flat in Leiden. We woonden op de eerste etage en volgens mijn moeder was dat chique, want hoe lager je woont hoe hoger de huur…
Een sonoor roffelend geluid
En daar ergens aan het einde van een warme middag klonk er in de verte een sonoor roffelend geluid dat ‘aanzweldde’.
Daar kwam om de hoek, nog even versnellende, een in zwart leer geklede man met pothelm en stofbril, aan gedonderd op zijn motor.
Het was de vader van mijn toen beste vriendje, wonende op de 3e etage….
Alfonds kwam roffelend de stoep op gereden en liet de motor stationair met een machtig gegorgel lopen en zette hem met een ingewikkelde procedure op de middenbok. Hij stapte af en bukte en draaide aan een kraan. In het midden van het beest, draaide hij een sleutel om en dan werd het stil.
Maar niet echt, want daarna hoorde ik een soort van onregelmatig getik met een walm van vreemde en nog wat dampende rook uit de uitlaat. Hitte was voelbaar, wat achteruit deed deinzen. wat was de machine groot en zwaar. Nu besef ik dat de enorme berijder, van Indonesische afkomst, zeker 10 cm kleiner was dan ik nu ben. Ik las de sierlijke in koperen letters geschreven naam op de benzine tank …….Norton.
Bertus en Tinus
We verhuisden naar een eengezinswoning en zag mijn ‘jeugdvrienden’ ook steeds minder.
Enige tijd later bestierde, de band, Normaal met Oerend hard de hitlijst. En in tekst Bertus op de Norton en Tinus op de BSA,
bleef Norton klinken als een mysterie.
Op dat moment besefte ik niet dat, op het moment van het uitbrengen van het nummer van Normaal, de fabriek al failliet was.
Engeland, het land wat ooit de hegemonie bezat van de productie van de beste en snelste motoren van de wereld was bijna aan het einde gekomen van een roemruchte historie . Er had een ingewikkelde fusie tussen BSA, Norton en Triumph plaatsgevonden waarbij BSA en Norton werden opgeofferd.
Niet veranderd, wel vernieuwd
Er waren toen geen verandermanagers die waarschuwden dat conservatisme en de wet van de remmende voorsprong tot het einde van de roemruchte motormerken zou leiden. De motoren die ooit goed waren werden fundamenteel niet veranderd, maar werden in de 70er jaren wel ‘vernieuwd’ door meer PKs zonder bijkomende technisch verantwoorde verandering en helaas gepaard ging met meer technische mankementen. Meer rendement voor lagere kosten.
Hoor ik nu een parallel met de Nederlandse GGZ…
Maar weer terug naar mijn persoonlijke motorhistorie. Later las ik als puber een wat oudere motorcalatogus en moest dan meewarig lachen om de volledig achterhaalde prestaties van het laatste Britse blik. Honda, Suzuki, Ducati, Kawasaki, die hadden veel meer PK’s en gingen echt snel. En BMW was saai.
En toen 1984 … Judast Priest in de Jaap Eden Hal. Geweldige concert en na afloop wij lopend naar het station. Wat was dat? met veel ‘geweld’ kwamen er een aantal motoren aan. Nortons, Triumphs, een BSA en een aantal Harley’s. Dit was het meest stoere wat er bestond. Zwarte bikers op superruige kabaal makende paarden. Hoe indrukwekkend was dit. Ik moest en zou zo een motor hebben!
Mijn eerste
Na mijn HAVO examen werkte ik 3 maanden in een kas, bezorgde een ochtendkrant en ging ook nog in de avond vakken vullen bij de Albert Heijn.
Genoeg verdiend en ik kon mijn eerste motor kopen een Triumph. Ik had de Triumph Bonneville 650 cc uit 1972 al meerdere keren gespot en de kennis moest snel geld hebben voor een al aangeschafte Harley lowrider. En Nortons waren echt te duur.
Met maar 18.000 km op de teller en met net nieuwe zuigers na een vastloper was de Triumph van mij. Gedurende mijn VWO tijd en de eerste jaren van Geneeskunde was ik ‘De Fonz’.
De Triumph is nog steeds in mijn bezit, altijd betrouwbaar geweest en verdient nu wel weer een restauratie, want hij heeft te lang stilgestaan.
Gedurende mijn studie tijd kon ik ook voor een habbekrats een Engelse Royal Enfield kopen en jaar later liep ik via een kennis tegen een Norton aan. Achteraf erg goedkoop, maar voor een student toch ook weer wel duur, en er moest ook nog wel wat aan gebeuren.
De Norton had wel veel liefde nodig en ik knapte haar geduldig op en ik weet nog hoe onderdelen van het carter naast studieboeken lagen te wachten op meer financiële rek totdat ik nieuwe rollagers kon kopen. Met deze motor ben ik, als net afgestudeerd arts, met een vriend die Laverda reed (nu ook psychiater), door Ierland gereisd.
Na terugkomst reed ik na mijn eerste dienst bij psychiatrisch ziekenhuis Endegeest terug en 300 meter voor mijn huis in de mooie binnenstad van Leiden liep mijn versnellingsbak vast. Dank god op mijn knieën dat dit niet gebeurde tijdens de snelle rit van Holly head naar Harrich.
British steel
Niet lang erna kwamen de carrière en de kinderen. Maar de motoren bleven, en er kwamen en er gingen. Maar ik behield de Triumph, Norton, en de Royal Enfield.
Een BMW kocht ik voor als woon werk verkeer en juíst werd saaiheid een verdienste.
Ook nog een horror ongeluk met een Buell Cyclone, total loss en gelukkig een engel op mijn schouder.
Uiteindelijk hebben we een huis gekocht met inpandige garage, ook voor de verdere uitbouw van mijn bescheiden museum van British steel. Wel een slechte investering, want wie geeft er over een paar jaar nog om dat oude ijzer als alles elektrisch is.
Maar het gaat niet om geld, het gaat om liefde …. liefde voor Britse motoren.
En waarom ben ik nu psychiater geworden? Tijdens mijn co-schappen was er maar één opleider geïnteresseerd in oude motorfietsen. Je hoeft natuurlijk niet te raden wat zijn professie was…
Remco de Winter
